WAB zorgt voor grijs gebied tussen payroll en uitzenden

Payrollbedrijven worstelen momenteel met de (nieuwe) wet en met zichzelf. Voor welke uitdagingen staan organisaties nu negen maanden na de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) en wat voor ontwikkelingen zien wij sindsdien?

Het waren de groeiparels van het Nederlandse mkb: de payrollbedrijven — een uitkomst voor opdrachtgevers met behoefte aan een flexibele schil. Maar de nieuwe Wet arbeidsmarkt in balans maakt dat er sinds begin dit jaar (mede dankzij de Coronacrisis) nauwelijks nog behoefte is aan deze constructie. Dat leidt tot veel creativiteit en ondernemen in relatief grijs gebied waarvan men nog niet inzichtelijk heeft wat de gevolgen op langer termijn zullen zijn.

Wat is er veranderd sinds de invoering van de WAB?
Sinds de invoering van de wet heeft de payrollkracht recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als de vaste werknemer. Dat betekent onder meer dat hij na drie jaarcontracten een vast contract aangeboden moet krijgen. Verder zagen wij dat payroll- en uitzendkrachten meer gingen verdienen, maar vooral voor de laatste groep bleef de mogelijkheid bestaan om langer onder een tijdelijk contract te werken.

Diverse payrollers maakte juist om deze reden de overstap naar het uitzendwezen. Op deze manier waren zij alsnog in staat om onder flexibile voorwaarden personeel te kunnen leveren. Helaas werd ook snel duidelijk dat sommige payrollers vooral de buitenkant van hun organisatie zo optuigden dat het voor de buitenwereld op een uitzendorganisatie leek, maar er feitelijk gewoon nog een payrollconstructie aan ten grondslag lag. 

Het onderscheidend vermogen van een uitzendorganisatie
Het belangrijkste verschil tussen een payrollorganisatie en een uitzendbureau is dat een uitzendbureau ook helpt bij de werving en selectie van kandidaten. Bij payrolling gebeurt dat niet.  Indien er gebruikt gemaakt wordt van payrolling, dan stuurt de opdrachtgever zijn flexkracht naar het payrollbedrijf dat hem in dienst neemt en laat werken bij de opdrachtgever.

Mogen de uitzendconstructies die payrollbedrijven optuigen wel volgens de WAB?
Zolang er onduidelijkheid over de regels is wel. Je mag uitzenden als er bij het ontstaan van een arbeidsovereenkomst sprake was van de ‘allocatieve functie’. Normaliter is de allocatieve functie iets wat bij het uitzenden hoort. Deze schrijft voor dat wie uitzendt, betrokken is bij het bij elkaar brengen van vraag en aanbod met behulp van tijdelijk aanbod.
Echter nergens in de wet is duidelijk omschreven wat de allocatieve functie precies inhoudt. Er is dus ruimte voor interpretatie en daar wordt (helaas ook in negatieve zin) gebruik van gemaakt. Er is een stijging gesignaleerd van payrollers die zich presenteren als uitzendorganisaties terwijl hun dienstverlening dit feitelijk niet is. Uiteindelijk zal jurisprudentie er op termijn voor moeten zorgen dat er duidelijkheid ontstaat ten aanzien van de nieuwe wet.

Hoogleraar Arbeidsmarkt Wilthagen verwacht dat het de komende tijd vooral zal draaien om de vraag hoe mensen snel weer aan het werk komen, met of zonder vast contract. Hij voorspelt dat er behoefte zal ontstaan om risicoloos mensen te kunnen aannemen. Hij verwacht dat het een uitdaging is waar de flexmarkt met al zijn innovativiteit met nieuwe oplossingen zal komen.

datum: 07-10-2020